De familie Bortolin heeft zijn ziel en zaligheid aan de proseccodruif verpand. Reeds sinds de 16e eeuw maakt de Bortolins wijn in de heuvels 150 km ten oosten van het Gardameer. Hun druivenstokken staan aangeplant in de gemeente Valdobbiadene, in de buurt van (en ook op de beroemde Cartizzeheuvel). Na de oogst worden de druiven gevinifiëerd en op enkele graden boven Celsius fris en vers gehouden. Tot het moment dat de tank klaar is om gespumantiseerd te worden.

Fratelli Bortolin begrijpt maar al te goed dat Proseccowijn het vooral van de kwaliteit van het fruit moet hebben. Nabewerking met hout en dergelijke is hier niet van toepassing, daarom werken ze het hele jaar door aan verse bottelingen. Deze familie gelooft dat prosecco spumante moet zijn (i.p.v. frizzante). Dus met dezelfde koolzuurdruk als Champagne. De wijn krijgt zijn tweede gisting in een autoclaaf een grote afgesloten tank waaruit het koolzuur niet kan ontsnappen en dus in de wijn blijft zitten. Deze tweede gisting duurt drie maanden zodat de prosecco maximale expressie kan krijgen.