Deze Column verscheen eerder in de Cucina Italiana.
Bij een recent bezoek aan een producent in Alto Adige, waar we nog niet eerder waren geweest, vroegen we of hij al exporteerde naar het buitenland. Met een stalen gezicht antwoorde hij: “jazeker, naar Italië” Exemplarisch voor de status van deze regio. Sinds 1918 hoort Alto Adige of liever Süd-Tirol bij Italië. Tot die tijd heeft het altijd bij Oostenrijk gehoord, maar werd na de eerste wereldoorlog aan Italië ”gegeven” De Italiaanse regering begon een actief beleid om de regio de veritaliaansen. Italiaans werd verplicht gesteld en flinke hoeveelheden “echte” Italianen werden naar Süd-Tirol verplaatst om de regio van een Italiaanse tintje te voorzien. Tijdens de tweede wereldoorlog werden zelfs Süd-Tirolers naar Duitsland gedeporteerd die geen Italiaans wilde spreken om daar te werk gesteld te worden.
Vrijheid
Ondanks dit interneringsbeleid hebben de bewoners van de regio zich niet op hun kop laten zitten. In 2001 heeft Süd-Tirol zelfs een autonome status verworven binnen Italië. De tweetaligheid bleef echter verplicht. Ook al spreekt het grootste gedeelte nog gewoon Duits.
Als je naar de wijnbouw kijkt in Süd-Tirol zie je een gestaagde toename in de kwaliteit en wordt bijna alle wijn onder DOC status gebotteld. Dat is bijzonder. Grote aanjagers van deze kwaliteitsverbetering zijn de coöperaties of Kellereien zoals ze in Süd-Tirol genoemd worden. Deze Kellereien hebben vaak vele honderden leden die allemaal een paar hectaren wijngaard hebben. Meestal verbouwen zo ook nog appels of andere gewassen. Hun wijngaardoppervlak is vaak te klein om zelf de wijn te vergisten en te bottelen en dus verkopen ze hun druiven aan de Kellerei. Aan het hoofd van deze Kellereien staan vaak zeer goede oenologen (wijnmakers) die ondersteund worden door een team agronomen (wijngaardmanagers) die de leden precies vertellen hoe ze hun wijngaarden moeten beheren. Hoe meer je je aan de regels van de oenoloog houd hoe meer je druiven opbrengen. Vervolgens worden de beste druiven gebruikt voor de topwijnen van de kellerei. Er is dus een dubbele motivatie om zo goed mogelijk je best te doen. Enerzijds financieel, anderzijds de eer.
Diversiteit
Vanwege de kwaliteitsimpuls van de Kellereien brengen de wijnen in Süd-Tirol steeds meer op. Je ziet dan ook steeds meer kleine producenten opkomen. Vaak verkochten de vaders de druiven aan de Kellereien, maar wanneer de zonen of dochters het stokje overnemen beginnen ze voor zichzelf. Door de hoge prijzen die de wijnen opbrengen is het nu ook al met een klein aantal hectaren de moeite om zelf te bottelen. Ondanks de hoge kwaliteit van de Kellereien zijn die toch meer gericht op het grote gebaar. De individuele producenten maken zeer persoonlijke wijnen die meer diepgang hebben.
Zomerwijnen
Nu de zomer eindelijk is aangebroken komen ook de eerste basiswijnen 2012 op de markt. De wijngaarden in Süd-Tirol liggen tussen de 200 en de 1000 meter boven de zeespiegel. De rode wijnen gemaakt van Lagein en Vernatsch vind je in het dal en de witte wijnen op de hoger gelegen hellingen. De witte wijnen onderscheiden zich door hun heerlijke frisse aroma’s, fantastische frisse bijna rinse zuren en mineraliteit. Ultiem voor op terras of balkon, met of zonder barbecue. Vooral de rode wijnen van Vernatsch zijn bij uitstek geschikt om zomers gekoeld te drinken door hun milde zuren en tannines.