Piedmonte, een liefde die almaar verdiept

Piemonte was een van de eerste regio’s van Italië die ik bezocht. In een ver verleden, vervuld met een onzekere prille liefde voor een vrouw terug in Nederland, hunkerend naar haar gezelschap en tegelijkertijd op zoek naar de de eenzaamheid van mijn eigen onzekerheid en smachten. 

De vrouw is geregeld en nog immer mijn vrouw en moeder van mijn kinderen, maar de onzekerheid en het smachten naar Piemonte zijn gebleven. Mijn liefde voor haar is niet pril meer, maar uitgegroeid tot diep en troostend. Zo ook zijn de wijnen uit Piemonte. Maar daarover later meer.

Piedmonte is aan drie zijden omringd door de Alpen. Alle buren zijn wel eens langgewenst en hebben de regio bezet of geannexeerd. In de 19de eeuw was Piedmonte de motor van de Risorgimento en werd Italië verenigd in het Italiaans Koningkrijk. Na de tweede wereldoorlog en de val van Mussolini stemde de Italianen tegen de monarchie en werd het de republiek die we nu kennen. Nu is Piedmonte een rustige regio dat aardig wat voorspoed kent. Dankzij de Industriesteden en natuurlijk ook dankzij de wijn en de rijst (risotto) Ze spreken hun eigen dialect dat continuïteit geeft en ze lijken ergens tussen Frankrijk en Italië in te leven.  Ze hebben veel zaken om trots op te zijn. Allereerst hebben ze de grote vereniger van de Italiaanse republiek voorgebracht: Quintino Sella, daarnaast is Alba de stad waar de witte truffel vandaan komt, misschien wel het meest complexe stukje voedsel dat de mens tot zich kan nemen. En dan natuurlijk hebben ze ook nog Barolo én Barbaresco. Ik kan nog verder uitweiden over de keuken. Want ik blijf het tot de culinair meest interessante regio’s vinden behoren. Classics als carne cruda of vitello tonnato mag je me altijd ‘s nachts voor wakker maken (wel alleen daar).

Does it ever stop? Eigenlijk niet want onderwijl zijn er in deze regio allerlei kleine revoluties gaande die aan het oog onttrokken worden. Ze vinden bijna allen hun origine in de wereld van de wijn. Leest u mee?

Eigenlijk is de wijngeschiedenis van Piedmonte relatief kort, of in ieder geval zijn faam. Er wordt uiteraard al zeer lange tijd wijn gemaakt en de eerste vermelding van nebbiolo was reeds in 1268. Maar lange tijd werd er op ouderwetse manier wijn gemaakt en was hij eigenlijk gewoon hard en ondrinkbaar. Na 20 jaar rijpingstijd begon het een beetje.

Midden jaren zeventig begon dit alles te veranderen. Jonge wijnboeren gingen stage lopen in Frankrijk en kwamen terug met kennis over wijngaardbeheer en het werk in de kelder. Elio Altare was een van de jonge mannen die een ware revolutie ontketende. Op een dag sloeg hij met een bijl alle grote sloveense vaten van zijn vader stuk in de kelder uit protest voor dit ouderwetse gebruik. Hij wilde net als in Frankrijk (lees de Bourgogne) alleen nog met barriques werken. Ergo: deel een ven de revolutie. Vervolgens werd het werk in de wijngaarden ook aangepast. Zijn vader stond te huilen terwijl Elio een groot deel van de trossen wegknipte tijdens de groene oogst om zo de overblijvende trossen tot optimale rijpheid en concentratie te duwen. Ook werd het verder snoeien aangepast en het wijngaardbeheer als geheel was er op gericht om optimaal fruit te kunnen gaan oogsten. Niet geheel onnodig zou je denken bij een druivenras dat van nature zo veel tannines en zuren bevat. Zie hier deel twee van de revolutie. We gaan terug de kelder in. De rijpe trossen komen en aan en worden niet meer met de hele trossen gefermenteerd, maar eerst ontsteelt om alleen de fijne tannines van het fruit in de wijn te hebben. Vroeger was het normaal om zeer lange maceratie toe te passen, maar ook die tijd werd teruggebracht zodat er meer fruitexpressie was en minder harde tannines.

Piemonte
En zo komen we bij deel drie. Dit alles vond plaats in eind jaren tachtig en de jaren negentig. Een tijd die samenviel met de hoogtij dagen van Robert Parker een invloedrijk Amerikaans wijnschrijver die een voorkeur had voor rijke krachtige fruit gedreven wijnen. Herkomst was voor hem een tweede. De Barolo’s van de nieuwe generatie sloten aan bij deze smaak en ze gooiden dan ook hoge ogen met hun nieuwe stijl Barolo’s. Maar toch leek dit niet het eindpunt te zijn, want het bleek vooral de Nebbiolo zelf te zijn die zich verzette tegen deze nieuwe vorm van wijn maken. Nebbiolo gedijd eigenlijk helemaal niet zo goed in nieuwe barrique en het bleek dat de wijnen veel minder mooi rijpten dan gedacht. Vaak lagen ze na een aantal jaren helemaal uit elkaar. En dat gaf wel aan dat tradities ook niet voor niets bestaan. Niet iedere producent deed echter mee met deze nieuwe mode van barriques en de rotofermentatie in de kelders. Wel paste ze het wijngaardbeheer aan en zo ontstond er een stille revolutie van de classisisten. Hun wijnen werden ongezien en onbeproefd beter en stonden ver af van het zoeklicht van de beroemde wijnpers.

Begin 21ste eeuw begon dit echter te veranderen, Niet alleen veranderde langzaam de smaak van de mensen en werd er meer gezocht naar elegantie, maar het magische woord werd vooral terroir. We waren tientallen jaren doorgegaan waar de naam van het druivenras belangrijker was op de fles dan de herkomst. Maar als er een druif is die de maximale expressie is van zijn terroir dan is het wel de nebbiolo, mits met rust gelaten en niet teveel opgepompt. De classici renden zo bijna de modernisten voorbij en veel modernisten lieten veel van hun extreme ingrepen ook vallen, omdat zij ook wel merkte dat de ingeslagen weg niet de beste was. En hier is het vierde deel van de revolutie. Het werk in de wijngaard en een schone cantina bleek van veel grotere invloed dan allen het gebruik van andere technieken en barriques in de kelders.

Voor meer informatie over Piemonte, lees verder over de regio en maak kennis met onze wijnmakers, de wijnen en druivensoorten. 

 

Laatste blogs