Hoog in het Eisacktal in Südtirol maakt Andreas Huber witte bergwijnen naar Oostenrijkse snit. Van onder meer grüner veltliner, kerner en riesling. Zijn wijnen zijn glashelder van smaak en bezitten grote finesse en elegantie. Het jaar 2010 is van een van zeer hoge kwaliteit en we zijn blij dat we zijn wijnen aan ons porfolio hebben kunnen toevoegen.
Klik hier voor de introductie aanbieding
De familie Huber heeft een lange geschiedenis in het Eisacktal, vlakbij de Oostenrijkse grens. Ze wonen al sinds 1146 op deze plek. Hun boerderij is een van de oudste, historische gebouwen in het gebied. De familie was ook een van de eersten die hier eind 19de eeuw met wijnbouw begon. De wijngaarden liggen tussen de 600 en 700 meter boven zeespiegel, hierdoor is er overdag en ’s nachts een groot temperatuurverschil. ‘s Zomers kan het er makkelijk 38 graden Celsius worden. Maar omdat het ’s nachts flink afkoelt, worden de druiven niet gekookt. Zo blijven ze fris, en kunnen ze veel fruit en aroma’s ontwikkelen. Dankzij de bodem bevatten de druiven ook veel zuren en mineralen, deze brengen het rijpe fruit perfect in balans.
Tegenwoordig is Andreas Huber verantwoordelijk voor het werk in de wijngaarden en in de kelder. Hij neemt dit bijzonder serieus en wordt nog altijd bijgestaan door zijn vader Josef. Andreas verzorgt de wijngaarden tot in de puntjes, ook in de kelder is het niet anders. Hij liet zich inspireren door de witte wijnen uit Oostenrijk, maar inmiddels heeft hij een eigen stijl ontwikkeld die duidelijk onderscheidend is. Door zijn zorgvuldige werk in de wijngaarden hoeft hij niet veel meer te doen in de kelder dan het wijnmaakproces te begeleiden. Zijn wijnen vergisten op staal en rijpen – zoals vaker in Südtirol – op grote, houten vaten van 20 tot 30 hectoliter. Niet om de wijn een houtsmaak te geven, maar voor contact met zuurstof. Hierdoor krijgen ze meer ruggengraat en structuur. Om zijn wijnen in de toekomst nóg puurder te maken, stapt Andreas langzaam over op biodynamische wijnbouw.